MAMMOET SCHRIJVEN: oktober 2015

zaterdag 31 oktober 2015

Halloween

Er waren eens twee Leidse spoken
Met Halloween flink aan het stoken

Ze waren oh oh
Meid gillen maar zo

Uit de Lakenhal losgebroken

donderdag 29 oktober 2015

Nachtegaal

Een nachtegaal uit 's Gravenhage
Zong vals 't was haast niet te verdragen

Nu helpt hij voortaan
Op elke startbaan

Van Schiphol de vogels verjagen

Meeuwen

Der waere twie Káttikse mêêuwe
Die zaete op strand hard te skrêêuwe

Ien zai:"denk da'k gaet
Ut wordt al weer laet

'K zit ôôk al een pôôsie te gêêuwe."

Oehoe

Een oehoe met heel veel ambitie
Die deed mee aan K3 zoekt K3

Zong enkel 'Oehoe'
Gert zei:"Toedeloe

Amai wat een slechte auditie."

maandag 26 oktober 2015

Slak

Een naaktslak echt een excentrieke
Die ging eens een keer lopen streaken

Bij Roland Garros

Maar was snel de klos

Zijn slakkengang ging het verzieken

Paard

Ed was bij de slager in Dalen
Om paardengehakt te gaan halen

Er zat zaagsel in
Het zat er dik in

dat een hobbelpaard was vermalen

zaterdag 24 oktober 2015

Tor aan het werk

Een tor werkte nog maar twee dagen
Als calcula-tor met bedragen

Had dyscalculie
Voldeed daarom nie

En werd dus al gauw weer ontslagen

Fanfare

Er was een fanfare in Aken
Die maakte muziek op de daken

Ze wilden daar zo
Op heel hoog niveau

Als dakkapel furore maken

Sokjes

Een baby lag hevig te schreien,
Dacht: 't is hier zo koud, haast te snijen.

Cadeautjes genoeg,
Maar al wat ik vroeg,

Is iemand die sokjes kan breien.

Vliegtuig

Enkele stewards op een Boeing 747,
Leden een zeer onguur leven.

Ze smeten met maaltijden en gedroegen zich bijzonder ruig,
Het was gewoon vliegtuig

Oren

Er was eens een vrouw in Stavoren,
Geboren met grote flaporen.

Fietst zij voor de wind,

Dan gaat ze gezwind

Nog harder dan alle motoren

vrijdag 23 oktober 2015

Honden

Lopen twee honden langs de Hema,
Zegt de één tegen de ander:"Ik rookworst."

Kruisspin

Een kruisspin uit Stompetoren,
Merkte dat webben weven hem niet meer kon bekoren.

Hij dacht aan omscholing tot honingbij,
Maar daar horen weer vleugels bij.

Daar had-ie niet, zo simpel was dat,
Maar spinnendraad, dat had-ie zat.

Misschien lag daar een nieuwe uitdaging,
Als tienerspin droomde hij altijd van werken in de verzorging.

Die droom had hij destijds van pa moeten staken,
Want spinnen moeten nou eenmaal webben maken.

Maar hij was nu een volwassen en zelfstandig wevende spin,
Het werd tijd voor zijn eigen zin

Werken op een hospitaalschip,
Dat leek hem bijzonder hip.

En met al die meters spinnendraad,
Had hij altijd verband paraat.

En zo verzorgde hij jaren voort,
Als Rode Kruisspin gewonde spinnetjes aan boord.

Mus

Er was eens een mus die anders was dan de anderen,
Rond december wilde hij altijd dingen veranderen.

Daar waar de andere mussen zich gedroegen als normale dieren,
Was deze mus altijd bezig de boomtakken te versieren.

Het liefst met dingetjes in zilver, wit en rood,
Die vond hij bij de schroot.

De andere mussen vonden hem maar een rare kwibus,
Maar hij was gewoon een Kerstmus.

Olifant

Een circusolifant in Broek in Waterland,
Belande per ongeluk op een nudistenstrand.

Nimmer had-ie een mens zonder kleren meegemaakt,

Hij was dan ook behoorlijk van zijn stuk geraakt.

Er liepen een paar vrouwen voorbij.
Die zagen er heel anders uit dan hij,

Goed, sommige oren toonden wat gelijkenis,
Maar verder niets wat hetzelfde is.

Totdat hij een man zag,
De olifant schoot vreselijk in de lach.

Ja die had iets wat hij ook bezat,
Gierend zonk de olifant neer op zijn gat.

En liet de verbaasde man weten,
Moeten jullie dáármee eten?

Tor

Een Vroomshoopse tor in den Here
Wou theologie gaan studeren

Een baan op het altaar
Dan kon hij heel eerbaar

Als pastor gaan solliciteren

Uil

Er was eens een uil, best een slome
Die zat op haar ei weg te dromen

Heel logisch daarbij

Is dat uit dit ei

Alleen een uilskuiken kan komen

donderdag 22 oktober 2015

Kip

Een kip uit de Lier,'

At op een rare manier.

De andere kippen pikten met hun snaveltjes naar de grond,

Maar de Lierse kip graaide maar wat met haar poten in het rond.

Een oude haan met medische kennis,
Tokte:" ik weet wat er met jou is.

Aan je ógen ligt de kwaal,
Je bent kippig, heel normaal".

De kip vloog op en riep "TOK!
Moet ik nu aan een fok?"

"Nee natuurlijk niet", sprak de oude haan,
"Brillen hangen op oren en waar haal jij die vandaan?

Contactlenzen zullen je leven veranderen,
Dan eet je voortaan net als de anderen"

Aalscholver

Een aalscholver, nat aangevlogen,

Die spreidde zijn wings om te drogen,

Een meeuw riep verbaasd,
Je lijkt zo wel haast,

Zo'n viezerik die wat wil tonen.

Bok

Een bok uit het Zeeuwse Biervliet,
Was verslaafd aan likeur maar verdroeg dat niet.

Zag je hem de bar verlaten met veel gewaggel,
Dan wist je:' Die is weer kachel'.

En was hij zo dronken als een kanon,
Dan zat-ie aan elke geit die hij pakken kon.

De geiten, moe van het ontsnappen,
Vonden dat het moest kappen.

Ze waren het nu echt zat,
Totdat zich een geit melde die de oplossing had.

Ze mekkerde:"luister eens hier,
Voortaan geven we de Bock bier."

Luis

Een luis, zittend op een hondenderriere,
Dacht eens na over zijn carrière,

Tot nu toe was hij opgeklommen tot de kont,
Van een narrige mopshond.

Maar hij wilde hogerop,
Ambieerde een plek aan de top.

De luis promoveerde toen naar een zwerver op straat,
En werkte zich onder diens oksel een poosje uit de naad.

Toen vond hij op een school de vacature in de top,
Solliciteerde en kreeg de job.

Hij voelt zich er helemaal thuis,
En stuurt er nu de neten aan als hoofdluis.

Pier

Een pier uit Wormerveer,
Deed niets anders meer,

Dan lezen, de hele dag door,
Daarmee deed zich een ernstig probleem voor.

Als huisman van een gezin met 4 pieren,

Moest hij namelijk het huishouden bestieren,

Zijn piertjes kwamen in opstand, alle vier.

En noemden hem al 'pa pier',

De pier dacht, "tja dit kan ook zo niet,

Misschien dat de pierenarts een oplossing ziet".

Die zei:" een kwaal zie ik bij u in geen enkele vorm,

U bent gewoon een boekenworm.

In ernstige mate dat wel,
Dus dit is wat ik voorstel,

Drie maal daags 1 bladzijde lezen,

Dan moet het na een maand wel over wezen.

U zult als een blad aan de boom omdraaien,

En voortaan weer heerlijk kunnen pierewaaien."

Winterkoninkje

Een winterkoninkje zat te kleumen in wind en regen,
En dacht:" Al dat zitten is niks, ik moet gaan bewegen."

Zomaar wat vliegen, daar was niks spannends meer aan,
Hij besloot eens op onderzoek te gaan.

In het bos hoorde hij geschreeuw en gejoel,
Hij vloog er naartoe, wat was dat voor een rare boel?

Kinderen waren achter elkaar aan het hollen,
En schoten op elkaar met verfbollen

"Wow!" Dacht het winterkoninkje blij,

"Dat lijkt wel wat voor mij."

Hij scheerde vol enthousiasme tussen de kinderen heen en weer,
Maar keek toen plots in zo'n verfgeweer.

'Flatsch' klonk het en even werd het vuren gestaakt,
Toen zei één van de kinderen :"Kijk nou! Ik heb er een roodborstje van gemaakt."

Zebra

Een zebra op het Afrikaanse continent,
Was een hele luie vent.

Gewoonlijk lopen zebra's in kuddes rond,
Maar hij lag liever de hele dag op zijn kont.

Regelmatig werd er dan over hem heen gelopen,
Dat-ie daar lag, vond men gewoon bezopen.

Al met al gaf het voor iedereen een hoop gedoe,
Misschien moest de zebra wel ergens anders naartoe.

En zo kreeg hij het in zijn zebrakop,
Om te verhuizen naar een stád, verderop.

Hij had iets opgevangen van zebra's die daar de hele dag op de weg lagen,
En besloot de stap te wagen.

De zebra vleide zich neer dwars over de weg daar,
Volkomen onbewust van enig gevaar.

Wist niet wat auto's met je deden,
En werd prompt de volgende dag al platgereden.

Wat is hiervan de moraal?
Zebra's horen in kuddes op de Afrikaanse vlakten, allemaal!