Een kippenei en een ganzenei naast elkaar |
Of het nu de sfeer was of toch de kwaliteit, de eieren smaakten altijd veel lekkerder in Duitsland, dus namen we ook altijd een paar dozijn klein formaat eieren mee naar huis. Mijn vriendin wist een speciaal eierenadresje in het dorp, een opmerkelijke man die zo voor Paulus de Boskabouter door had kunnen gaan. Verzoeken van familie en vrienden maakten dat we op een keer wel 60 eieren in de bestelling hadden.
We reden we naar het huis van Paulus de eierenman, maar troffen hem niet thuis. Dat was jammer, maar geen nood, want we bleven er nog een paar dagen, tijd genoeg. De dag erop gingen we nóg eens langs. Wéér niet thuis. Oei. We besloten de bestelling op een briefje te schrijven en dit door een bovenlichtje in de voordeur te gooien. Als de eierman thuis zou komen, dan kon hij het briefje niet missen. Maar we hoorden niets meer en namen aan dat de eierboer een paar dagen weg was. We kochten de 60 eieren toen bij de kruidenier waar we onze ganzeneieren altijd haalden.
De volgende ochtend gingen we weer naar huis en we waren druk bezig alle tassen in de auto te zetten. Bijna waren we klaar totdat we iemand de hoek om zagen komen. De eierboer. Met nóg eens 60 eieren. Ons bestellingenbriefje was in een hoekje gewaaid, maar hij had het nog net op tijd gevonden, meldde hij trots en hier waren ze dan, de 60 bestelde eieren, ‘ganz frisch’. Het lukte ons om er een dankbare lach uit te persen. In de tussentijd vroegen we ons af wat we in hemelsnaam met 120 eieren aan moesten. Een omelettenfeest? Maar goed, de eieren moesten worden overgeladen en ik liep met de man al richting achterzijde van de auto tot mijn vriendin verschrikt “Nee” riep. Meteen drong het tot mij door dat daar de andere 60 eieren stonden en die moesten de nieuwe 60 niet ontmoeten. Dat zou een teleurstelling voor de eierenman zijn en als een kleine verrader leidde ik de man de andere kant op, waar we de eieren over laadden.
Paulus kon voldaan huiswaarts keren, trots op zijn brede service. Wij keerden ook huiswaarts, met 120 eieren, ons voorbereidend op weken met soufflé’s, pannekoeken, cakes en omeletten.
De volgende ochtend gingen we weer naar huis en we waren druk bezig alle tassen in de auto te zetten. Bijna waren we klaar totdat we iemand de hoek om zagen komen. De eierboer. Met nóg eens 60 eieren. Ons bestellingenbriefje was in een hoekje gewaaid, maar hij had het nog net op tijd gevonden, meldde hij trots en hier waren ze dan, de 60 bestelde eieren, ‘ganz frisch’. Het lukte ons om er een dankbare lach uit te persen. In de tussentijd vroegen we ons af wat we in hemelsnaam met 120 eieren aan moesten. Een omelettenfeest? Maar goed, de eieren moesten worden overgeladen en ik liep met de man al richting achterzijde van de auto tot mijn vriendin verschrikt “Nee” riep. Meteen drong het tot mij door dat daar de andere 60 eieren stonden en die moesten de nieuwe 60 niet ontmoeten. Dat zou een teleurstelling voor de eierenman zijn en als een kleine verrader leidde ik de man de andere kant op, waar we de eieren over laadden.
Paulus kon voldaan huiswaarts keren, trots op zijn brede service. Wij keerden ook huiswaarts, met 120 eieren, ons voorbereidend op weken met soufflé’s, pannekoeken, cakes en omeletten.